Auteursrechtrichtlijn

Auteurs hebben het niet altijd gemakkelijk om goede contractuele voorwaarden te onderhandelen, ze bevinden zich vaak in de zwakkere onderhandelingspositie. De richtlijn, en meer bepaald de bepalingen van hoofdstuk 3, draagt bij tot het rechtzetten van de zwakke punten in het systeem van de onderhandelingspositie van auteurs. Het bevat een essentieel beginsel van een passende en evenredige vergoeding voor auteurs zodat ze kunnen delen in het reële economische succes van hun werken (artikel 18),  niet voor afstand vatbare bepalingen die het recht van auteurs op informatie over de exploitatie van hun werken versterken (artikel 19), hun onderhandelingspositie verbeteren (artikelen 20 en 21) en een recht op herroeping instellen (artikel 22).

De richtlijn bevat daarnaast ook het fel gedebatteerde uitgeversrecht (artikel 15). Hiermee wordt een nieuw recht ingevoerd voor uitgevers van persartikels of perspublicaties voor online gebruik. Dit uitgeversrecht geldt niet voor wetenschappelijke werken en niet tav. particulier of niet-commercieel gebruik, hyperlinken en losse woorden of zeer korte fragmenten.

Wellicht nog meer omstreden is het vroegere artikel 13 (nu 17) dat nieuwe verplichtingen oplegt aan de aanbieders van online diensten, zoals Facebook, Youtube en Instagram, voor het delen van content die door hun gebruikers worden geüpload. Zo moeten zij de toestemming hebben van rechthebbenden van de werken vooraleer zij deze beschikbaar stellen of meedelen aan het publiek. Beschikken zij niet over deze toestemming dan zijn de aanbieders van de online diensten rechtstreeks aansprakelijk voor inbreuken als gevolg van de inhoud die door hun gebruikers is geüpload. Fans van memes hoeven echter niet meteen te vrezen: het artikel vermeldt dat gebruikers moeten kunnen genieten van uitzonderingen op het auteursrecht, zoals parodie, karikatuur, pastiche, citaat, kritiek of recensie.

Verder voorziet de tekst in een aantal vernieuwingen rond tekst- en datamining voor onderzoeksdoeleinden (artikelen 3 en 4), het digitaal gebruik van auteursrechtelijke werken voor onderwijs- en onderzoeksdoeleinden (artikel 5), het behoud van cultureel erfgoed (artikel 6) en het gebruik van werken die niet meer beschikbaar zijn door musea en bibliotheken (artikelen 8 tem 11).

De richtlijn dient nog door de Raad bevestigd te worden. Nadien komt het erop aan dat de richtlijn zo goed mogelijk wordt omgezet in de nationale wetgeving van alle Lidstaten. Om dit te bewerkstelligen werkt deAuteurs nauw samen met SAA.

Lees hier meer over de aanneming van deze richtlijn.

Richtlijn over televisie- en radioprogramma’s

De Europese Parlementsleden waren auteurs goedgezind vorige week, want ook de richtlijn tot vaststelling van regels voor de uitoefening van het auteursrecht en naburige rechten op bepaalde online-uitzendingen van omroeporganisaties en heruitzendingen van televisie- en radioprogramma’s werd aangenomen. Dankzij deze richtlijn kunnen audiovisuele auteurs royalty’s blijven ontvangen voor de exploitatie van hun werken in televisieprogramma’s die in heel Europa worden verspreid, ongeacht de gebruikte technologie.

Ook deze richtlijn dient nog door de Raad bevestigd te worden. Nadien hebben de Lidstaten 2 jaar de tijd om ze in hun wetgeving om te zetten.

Voor meer info over deze richtlijn kan je hier terecht.

Type
Nieuws, Politieke dossiers
Datum
02.04.2019