Ideeën worden niet beschermd
De basisregel nummer één is dat het auteursrecht geen bescherming biedt aan ideeën, hoe geniaal deze ook mogen zijn. Abstracte ideeën, gedachten, principes, methoden, theorieën en opvattingen op zichzelf, genieten geen bescherming via het auteursrecht. Het auteursrecht biedt enkel bescherming aan de concrete vorm waarin de ideeën zijn uitgedrukt. Daarenboven moet de concrete vorm beantwoorden aan de originaliteiteis. Hierover vind je ook uitleg bij Wanneer is een werk origineel in de zin van de auteurswet? / definitie van origineel.
Iedereen mag bijvoorbeeld een film maken over een jongetje in een tovenaarsschool: enkel de concrete uitgewerkte vorm zal worden beschermd door het auteursrecht; elkeen is vrij een boek te schrijven over een reis rond de wereld.
Een welbepaalde stijl is eveneens niet beschermd: bij het maken van een film of schilderij kan men zich dus laten inspireren door de stijl van anderen. Men kan bijvoorbeeld een film maken in de stijl van Tarantino of een schilderij maken in de stijl van Magritte.
Ook historische feiten en gebeurtenissen worden niet beschermd door het auteursrecht. Dat is ook logisch, want feiten en gebeurtenissen maken geen werken uit. Zij vloeien niet voort uit een intellectuele inspanning, zij geschieden gewoon. Niemand kan deze feiten of gebeurtenissen monopoliseren of zich toe-eigenen. Hier anders over oordelen zou verstrekkende en onaanvaardbare gevolgen hebben en leiden tot de absurde situatie dat een auteur plots auteursrechtelijke bescherming zou krijgen voor waargebeurde feiten of gebeurtenissen. Dit zou het onmogelijk maken om nog boeken te schrijven, films te maken of andere werken te creëren waarin feiten vermeld worden die reeds voordien opgetekend waren. Op feitelijke gegevens kan niemand een alleenrecht eisen.
De wijze waarop deze feiten of historische gebeurtenissen verwerkt worden tot een film of een verhaal, kunnen echter wel aanleiding geven tot auteursrechtelijke bescherming als dit getuigt van een zekere intellectuele inspanning en de creatieve keuzes of de persoonlijke stempel van de maker dragen. Auteurs kunnen dus zeker inspiratie vinden in bestaande feitelijke gebeurtenissen om een – al dan niet fictief – verhaal te schrijven.
Enkel de concrete vorm wordt beschermd, de veruitwendiging van het idee, de zintuiglijk waarneembare vorm. Samengevat kan er dus gesteld worden dat enkel zichtbare en hoorbare zaken worden beschermd.
Voorbeelden
Voorbeeld 1:
Het idee om een boek te schrijven over de zoektocht naar de Heilige Graal is niet beschermd. Het Hooggerechtshof in Londen heeft op 7 april 2006 geoordeeld dat het succesboek ’De Da Vinci code’ van Dan Brown geen plagiaat is van het boek ’The Holy Blood and the Holy Grail’ van de Britse auteurs Michael Baigent en Richard Leigh. Voormelde auteurs beweerden dat Dan Brown ideeën gestolen had uit hun boek ’The Holy Blood and the Holy Grail’. Onder meer het idee dat Jezus en Maria Magdalena samen een kind hadden, zou Brown uit hun boek gehaald hebben. De twee schrijvers spanden een proces aan tegen uitgeverij Random House. De rechter oordeelde dat Brown uit ’The Holy Grail and the Holy Blood’ putte, maar geen stukken kopieerde. Inspiratie halen bij anderen kan, maar de vormgeving kopiëren kan niet.
Voorbeeld 2:
Een andere illustratie uit de rechtspraak vinden we terug in het domein van de choreografie (zaak Béjart/Plan K. – Flamand: Brussel 18 september 1998) waar de choreograaf Flamand bij de opvoering van ’De val van Icarus’ een vertoning laat zien van een quasi naakte danser met vleugels en op zijn rug en voeten waren televisies vastgemaakt waarop beelden waren te zien. M. Béjart gebruikte hetzelfde ’idee’ in zijn stukken ’Le presbytère’ en ’De val van Icarus’, op grond van de redenering dat het om een idee ging en deze niet beschermd zijn door het auteursrecht. De rechter oordeelt hier anders over en zegt dat deze vertoning een concrete vorm betreft die niet zomaar door iedereen mag worden overgenomen. Deze afbeelding van man met vleugels en televisie was ook te zien geweest op de affiche.
Voorbeeld 3:
In de zaak Euro Shoe/Brantano (Cass. 19 maart 1998) werd het principe herhaald dat een concept of een idee niet wordt beschermd door het auteursrecht. In casu ging het om een beweerde namaak van het publicitair concept van een reclamecampagne van Brantano waarbij een grote schoen werd afgebeeld tegen een egale achtergrond met daarboven een ludieke tekst.
Voorbeeld 4:
Ook in het domein van de TV-formats is de grens tussen idee en vorm niet altijd even duidelijk. In de zaak “Trefpunt” op WTV-Zuid Focus-RMM werd door de rechtbank van eerste aanleg van Kortrijk geoordeeld dat het loutere idee om stadstelevisie te maken onmogelijk beschermd kan worden. Ideeën op zichzelf kunnen niet beschermd worden, zelfs al zouden zij origineel zijn, aldus de rechtbank. Enkel aan de uitdrukking/vormgeving van de idee kan bescherming verleend worden. Toegepast op programma’s voor televisie wordt een format, een bepaald idee om een programma te maken rond een bepaald thema met een bepaald stramien, op zich niet beschermd. Enkel indien op een concrete wijze aan dit format vorm wordt gegeven, kan dit auteursrechtelijk beschermd worden.
In de zaak “Eeuwige roem” heeft een leraar de VRT en het productiehuis De Filistijnen gedagvaard omdat hij in 2002 zijn idee en format “Superchamps” aangeboden had aan de VRT en andere productiehuizen. In januari 2008 zendt de VRT de televisiereeks “Eeuwige roem” uit over topsporters waarbij meest complete sportman wint. Volgens de leraar vertoont dit programma grote gelijkenissen met zijn idee en format van “Superchamps”. Volgens de voorzitter van de rechtbank vertoont het document met de omschrijving van het idee van de leraar onvoldoende blijk van persoonlijkheid: “het document bevat te weinig concrete vormelementen opdat het als een auteursrechtelijk beschermd format in aanmerking zou kunnen worden genomen”.
Meer informatie over Welke werken worden niet beschermd door het auteursrecht vind je hier.